In de stroom van het jaar…Het Hart

Gedurende de Lijdenstijd horen we over het hart — hoe het leeg geworden is. Het beeld dat de mensheid van het hart draagt, is door de eeuwen heen veranderd, als een rivier die steeds opnieuw haar bedding zoekt.  

In oeroude tijden was het hart het heilig middelpunt van de mens. Het was de poort waardoor goden en mensen elkaar vonden, een plek van levende ontmoeting. Het hart en de zon hoorden bij elkaar, als spiegel en licht. En de mens vereerde de zon met heel zijn hart, omdat hij wist: het ene spreekt door het andere. 

In de laatste vijf eeuwen is dit levende beeld steeds verder vervaagd. Het hart werd teruggebracht tot een pomp, een machine die het bloed rondjaagt. Het hart werd stil, zijn stem klonk niet langer door. We zijn het hart kwijtgeraakt.

Toch — tweeduizend jaar geleden kon de evangelist nog schrijven hoe Maria alle woorden bewaarde in de overdenking van haar hart. Het hart dat denkt! Het hart dat bewaart en koestert! Een hart dat zichzelf nog kent.

Zo moet ook in ons die verbinding opnieuw ontwaken — het hart dat waarneemt, dat de waarheid voelt nog voordat het verstand haar kan begrijpen. Dan wordt het hart opnieuw geboren: niet meer leeg, maar vol.

En met Pasen klinkt het: het graf is leeg, en het hart is vol. Het graf is leeg, want daar, in de dood, vinden wij niets meer. De antwoorden liggen niet in het dode, maar in het levende. En juist daarvoor is ons een orgaan geschonken — een orgaan waarmee wij Hem kunnen waarnemen die het levende uit de dood heeft doen opstaan.

Het hart is vol.

Adam Ricketts